Onze tweede dag bracht ons naar het dorp Sivry. De bedoeling was om het toeristisch bureau te bezoeken alsook even te winkelen in de lokale Spar. Helaas bestond deze buurtwinkel niet meer in het centrum waardoor we de grens overstaken naar de stad Solre-le-Chateau. De Spar zou verhuisd zijn naar de rand van het dorp van Sivry. Na de middag maakten we nog een wandeling in het bos van Rance.

Sivry is opmerkelijk groter dan Montbliart. Het heeft echt al het karakter van een klein stadje. De huizen zijn er tegen elkaar gebouwd en er zijn best wel wat statige gebouwen. Helaas is het centrum vandaag wat doods doordat er haast geen horeca of winkels zijn.

In de middeleeuwen waren er twee heerlijkheden die door de familie van Sivry bestuurd werden namelijk Esclinchamps en Moulard. Deze twee gebieden werden gescheiden van elkaar door het riviertje de Thure en werden bestuurd vanuit het kasteel van Esclinchamps in het centrum van Sivry. In de 15de en 16de eeuw werden beide gebieden overgedragen aan de Graaf van Beaumont. Sindsdien waren het lenen van het land van Beaumont. Het dorp Sivry kende aan het einde van het Ancien Regime haar hoogtepunt dankzij de wolproductie en de daaraan gekoppelde nijverheden. Met haar 2145 inwoners was Sivry in 1806 het grootste dorp in de laars van Henegouwen en telde het zelfs meer inwoners dan de steden Beaumont of Chimay. In 1914 werden het centrum en de kerk door de Duitsers verwoest.

We parkeerden onze wagen aan het postkantoor en trokken op verkenning. De plaatselijke parochiekerk is gewijd aan Maria als bemiddelaarster of voorspreekster. Het gebouw, ondanks bescheiden, valt wel op in de hoofdstraat.

Daarna wandelden we in de richting van het gemeentehuis. Dit is een gebouw dat in een stad zou kunnen staan en dateert van 1875. In het gemeentehuis vonden we de toeristische dienst op de eerste verdieping in dezelfde ruimte als het secretariaat. Daar kochten we enkele wandelkaarten van de streek en kregen we een vriendelijke uitleg ook in het Nederlands.

Voor het stadhuis op de rotonde staat een monument voor de lokale legende van de gouden geit. Deze geit zou gouden munten hebben gegeten en ten noorden van het dorp in een put gevallen zijn. Het lichaam van de geit met een buik vol goud werd echter nooit gevonden. Het verhaal herinnert ook dat Sivry ooit een belangrijk geitendorp was.

Verstopt achter het stadhuis zien we het voormalige kasteel van Esclinchamps. Dit kasteeltje de voormalige zetel van de heerlijkheid werd in 1519 door de Graaf van Beaumont verkocht aan een rijke burger Jean Dupont. Sindsdien is het een landelijke burgerwoning gebleven.

Daarna reden we naar de stad Solre-le-Chateau in Frankrijk.