Tags
Abbey, Arrondissement of Arlon, Belgium, Duchy of Luxembourg, Province of Luxembourg, Quarter of Arlon, Wallonia
De abdij van Clairefontaine is een oude abdij op het Luxemburgse platteland net ten oosten van Arlon.
Deze abdij mag men niet verwarren met de nieuwe abdij van Clairefontaine die men nabij Bouillon oprichtte.
De abdij nabij Arlon is sinds de Franse revolutie een ruïne, die bijna tot op haar fundamenten werd vernietigd.
De site is vandaag gratis en vrij toegankelijk. Zij heeft wat het karakter van een park en straalt een zeer vredige rust uit. Wie de abdij bezoekt kan hiervoor best de toeristische folder meenemen van het toeristisch bureau van Arlon. Deze beschrijft de verschillende bezienswaardigheden. Als men al deze nummers doet, duurt een bezoek wel vrij lang. Er valt dan ook heel wat te vertellen over deze abdij. In gans Luxemburg waren er maar zeven abdijen om te beginnen: vier mannenabdijen en drie vrouwenabdijen.
Clairefontaine is één van de vrouwenabdijen en werd gesticht in de 13de eeuw door Gravin Ermesinde van Luxemburg. De legende wil dat zij tijdens haar verblijf te Badenburg (= Clairefontaine) nabij de bron van Sint-Bernardus in slaap viel en een visioen kreeg van een dame met een kind en twaalf schapen. Deze twaalf schapen hadden een kruis op hun rug. Overtuigd dat dit een teken was van God besloot Ermesinde op die plaats een abdij te stichten.
Het is haar zoon Hendrik V die de abdij verder afwerkte en Ermesinde werd er dan ook in 1247 in de kapel begraven. Van in het begin had de abdij bijgevolg nauwe connecties met het Luxemburgse hof. De eerste abdissen waren dan ook rechtstreekse verwanten van de graven van Luxemburg.
In de crypte onder de hedendaagse kapel ziet men dan ook het graf van Ermesinde. In de kapel zelf hangt een glasraam van haar zoon Hendrick V van Luxemburg.
Ermesinde gaf tijdens haar leven aan verscheidene steden van Luxemburg de voorrechten van vrijheid namelijk aan Luxemburg, Echternach en Arlon. Zij was dochter en erfgenaam van haar vader Hendrik IV en bijgevolg gravin van Luxemburg, La Roche en Durbuy. Zij trouwde met Waleram III van Limburg en Aarlen en na diens dood behield zij Arlon, Luxemburg, La Roche en Durbuy. Zij trad op als regentes voor haar minderjarige zoon Hendrick V.
Haar zoon Hendrick V heroverde Namen. Hij verkocht Namen in 1263 aan Gwijde van Dampierre, die gehuwd was met één van zijn dochters. Daardoor raakte Luxemburg ook betrokken in de Oorlog van de Koe als bondgenoot van Namen. Tijdens deze oorlog legde Hendrik V de Luikse Condroz in de as.
Gedurende een eeuw was de abdij de begraafplaats van de heren van Luxemburg. De abdij kende in haar geschiedenis wel wat troebelen. Zij werd met de Franse Revolutie opgeheven. De ruïne werd gebruikt als steengroeve en daardoor bleef er zo weinig van bewaard in vergelijking tot Villers-la-Ville of Aulne. De kapel en de site werden in 1997 met de steun van Groot Hertogdom Luxemburg gerestaureerd.
Reizen dicht bij huis 