Na ons bezoek aan Hilvarenbeek kwamen we aan te Oirschot. Oirschot is een stuk groter dan Hilvarenbeek. Zij was in het verleden een vrijheid van het Hertogdom Brabant. Oirschot moet ongetwijfeld tot de grotere vrijheden hebben behoord zoals Turnhout, Geel en Hoogstraten. Er staan nog veel oude huizen overeind. Daardoor is zij één van de meest monumentale plaatsen van Noord-Brabant.

Wij begonnen onze wandeling op het marktplein. Op het marktplein heeft men een mooi zicht op de imposante kerk. Deze had vroeger een spits zoals deze van Hoogstraten of Hilvarenbeek, maar de kerk werd zo vaak door bliksem en storm getroffen dat men deze uiteindelijk maar achterwegen liet.  Zoals de meeste kerken in Noord-Brabant was ook deze van Oirschot in het verleden een lange tijd protestants. De muren zijn bijgevolg wit geschilderd. Vandaag is de kerk katholiek en is er een kerkinterieur dat grotendeels uit de 19de eeuw stamt.  Vermits het open monumentendag was beklommen we met een gids de kerktoren tot bij de beiaard. Het was feitelijk de eerste keer dat we een beiaardier in actie zagen. We stonden midden in de cabine en rond ons weergalmden alle klokken. Vanuit de toren krijgt men een mooi uitzicht op de omliggende omgeving en natuurlijk Eindhoven. Na ons bezoek aan de toren passeerden we nog bij de orgelist. Vervolgens verlieten we de kerk en wandelden langs het raadshuis naar één van de vele terrassen op het marktplein om even uit te blazen.

Daarop begonnen we met de verkenning van de andere monumenten van dit stadje. Men ziet dat de gebouwen op het marktplein zeer oud zijn. Het raadshuis was vroeger de halle en werd later het schepenhuis.  We volgden de Koestraat. In deze straat ziet men het hof van Solms. Dit gebouw werd opgetrokken in de 17de eeuw door de bekende chirurgijn Arnoldus Feij die hier zijn medische praktijk had en waar men geneeskundeopleiding gaf.

Wat verderop ziet men de brouwerij van Oirschot. Daarop namen we de Kloosterstraat aan onze rechterkant. Via de kapelstraat kwamen we uit in de Nieuwstraat waar we eerst naar links gingen naar het voormalige karmelietessenklooster. Hier leefde in 1644  Maria Engelen, een non die ernstig ziek was en de stigmata van Christus had. Ze geneesde wonderbaarlijk en de bedevaarders stroomden toe. Dit was tegen de zin van de protestantse overheid en zij voerden het stoffelijk overschot van de non naar de Sint-Jan van ’s Hertogenbosch.

Vervolgens wandelden we terug en gingen naar links de kerkstraat in. Hier ziet men rechts het oudste huis van Oirschot, Huize stad Diest. Hier leefde kanunnik Van Wijck in het verleden samen met twaalf geestelijke dochters, een soort Oirschotse begijnen.

We wandelden vervolgens terug in de richting van de kerk en gingen links langs het moderne gemeentehuis en volgden de Deken Frankenstraat. Op de hoek met Sint-Odolphusstraat ziet men het VVV-kantoor of het toeristisch bureau van de streek. Wij wandelden rechtdoor de Dekanijstraat in.

De oude huizen zijn hier wit geschilderd. We namen de tweede straat rechts genaamd de Schoolstraat. Hier ziet men een gebouw met een trapgevel, de voormalige Latijnse school van Oirschot. Op het einde van deze steeg gingen we naar rechts en wandelden over de markt tot bij het beeldje van de Mie van Oirschot. Hier gingen we naar links en kwamen zo op het Vrijthof.

Daar staat het sobere protestantse kerkje. Naast de kerk van Postel is dit één van de weinige Romaanse kerken in de Kempen.

Daarop gingen we naar rechts de Molenstraat in. Hier ziet men een soort eenheidsbebouwing aan de rechterkant. Dit  was vroeger het gasthuis dat onderdak  bood aan wezen, arme vrouwen en arme mannen.

Daarop wandelden we terug naar het marktplein en zo eindigden we onze wandeling.

Na ons bezoek aan Oirschot reden we verder naar het gehucht Toterfout nabij het dorp Zandoerle.