Deurne was vroeger een heerlijkheid gelegen ten oosten van Antwerpen. Zij is vandaag nog steeds één van de grootste districten van Antwerpen. In Deurne staan er dan ook meerdere monumenten.  De belangrijkste zijn de Sint-Fredeganduskerk, het Rivierenhof en het Sterckshof.

De Sint-Fredeganduskerk mag feitelijk tot de monumentale kerken van Antwerpen gerekend worden. Ondanks zij langs de buitenkant wat gewoontjes lijkt is zij dat alles behalve vanbinnen. Er staan meerdere prachtige stukken van de Sint-Michielsabdij van Antwerpen opgesteld. De Sint-Michielsabdij was één van de belangrijkste abdijen van de Norbertijjnen in de Nederlanden. Vanuit deze abdij werden de dochterstichtingen van Averbode, Tongerlo en Middelburg gesticht. De abdij was gelegen in de kloosterstraat te Antwerpen aan de Schelde. De Norbertijnen richtten zich voornamelijk op parochiaal werk. Het waren zij die aanvankelijk de mis in de Antwerpse OLV kerk opdroegen. Daarnaast was de abdij actief met parochiaal werk  in de dorpen rond Antwerpen: Deurne, Berendrecht, Zandvliet,… De abdij werd door de Fransen vernietigd en de laatste restanten verdwenen met de Belgische Revolutie en de beschieting vanuit de Citadel.  De inboedel van de abdij werd door de Fransen verkocht. Het hoofdaltaarstuk kwam in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen terecht, het frame te Zundert, een aantal stukken gingen naar de Sint-Gertrudiskerk in Bergen-op-Zoom. Een groot deel kwam blijkbaar in Deurne terecht. In de kerk van Deurne ziet men bijgevolg praalgraven van de voormalige abten van de abdij, twee reusachtige schilderijen uit het abtenkwartier en nog heel wat andere stukken. De Norbertijnen verlieten definitief de stad Antwerpen na de vernietiging van hun klooster en weken uit naar hun dochterstichtingen van Averbode en Tongerlo in de Kempen.

Vlak naast deze kerk ziet men het oude kerkhof. Het is één van de oudste kerkhoven van Antwerpen en staat vol met oude grafzerken.

Als men daarop het Cogelsplein oversteekt, de Grapheusstraat en het Eksterlaarpad afwandelt, komt men uit bij het Sterckshof. In het verleden werd het ook wel kasteel Hooftvunder genoemd. Het herbergt vandaag het zilvermuseum van de stad Antwerpen. Het kasteel was in de 16de eeuw bezit van de koopman-bankier Geeraard Sterck. In 1776 kwam het opnieuw in handen van een bankier namelijk Jean Baptist Cogels. Hij voegde dit domein samen met het aanpalende Rivierenhof. In 1921 werden de domeinen verkocht aan de provincie. Vandaag vormt het park Rivierenhof met zijn 130 ha één van de grootste parken van Antwerpen.